De jaren ’50

In 1950 ging Jan Koelink over naar de St. Hendricusgroep in Amersfoort. Daarnaast waren er ook nog de dames Reintjes, Van Hal en Geurts die leiding gaven. In 1958 werden akela T. Westerveld en Bagheera H. Drissen geïnstalleerd. In 1960 was er nog een hopman, nl. Bosboom.

In 1952 zijn alle welpen en verkenners naar Vilsteren geweest op zomerkamp.

Voor de welpen was in 1953 Drunen de plaats van het jaarlijkse kamp. Akela Geurts tekende de 1e en 2e ster kaarten van de welpen. In 1954 zijn de welpen in Garderen op kamp geweest.

Verkenners 1952: Heteren

Verkenners 1953: Voorthuizen

Verkenners 1954: Houtdorp

In het logboek van de Eekhoorns schrijven de PL Hans Klören, de APL W. Meder, F. Duwel, B. Niehoff, J. v.d. Brink en A. v.d. Wardt, onder leiding van Hopman Mulder en Vaandigs H. Geurts en B. Olthof.

In 1955 fietsten de verkenners naar Mook. Dit kamp was van 27 juli tot en met 4 augustus. ’s Middags werd er warm gegeten. Dit hield in dat de meeste tijd ’s ochtends in het eten maken en vuur maken ging zitten. De Eekhoorns, de Koekoeken, de Kieviten en de Houtduiven waren de patrouilles.

Op 2 en 3 juni 1956 zijn er districtspatrouillewedstrijden gehouden in Maarn. De Eekhoorns waren de afgevaardigden. In het logboek wordt beschreven dat de boswachter het niet eens was met de eerste plek voor het kamp. Alle patrouilles moesten hun spullen pakken en verkassen naar een nieuw terrein, midden in de nacht!

Hopman Mulder tekende in 1956 de briefjes waarin vermeld werd dat was voldaan aan de eisen van het insigne Ambulance, Hygiënist en Gezondheid. Bij de verkenners werd er gewerkt met de 3e klasse kaart (roze), 2e klasse kaart(beige) en 1e klasse kaart (blauw). Ook werd er veel samengewerkt met de brandweer van Soest, onder leiding van commandant Groart.

In 1956 zijn de verkenners naar Vilsteren geweest, het kamp duurde van 22 tot en met 30 juli. Iedere dag was er een vast programma. Om 6 uur opstaan en ochtendgymnastiek, om 7 uur Heilige Mis. Om 7.30 uur werd iedereen persoonlijk geïnspecteerd, waarna het ontbijt plaatsvond. Om 9 uur werd het kamp geïnspecteerd. Vervolgens was er een programma. Om 12.30 uur werd er warm gegeten, met een uur verplichte rust daarna. Om 14.30 uur kon het programma weer verder. Om 18 uur werd er een boterham gegeten. Om 18.30 uur werd opnieuw een programma uitgevoerd. Zo rond 8 uur maakte iedereen zich klaar voor de nacht. De dag werd afgesloten met een avondgebed en om 21 uur was het stil. De dienstpatrouille had de volgende taken:

  • Angelus kleppen
  • Kapeltent verzorgen
  • Misdienen
  • Algemeen kampterrein schoonhouden
  • Vlag klaarmaken
  • Verse bloemen bij Maria-Nis
  • Onderhoud van de HUDO
  • Gasten ontvangen en aandienen
  • Kampvuur klaarmaken, onderhoud en doven
  • Wijwater en takje bij kampvuur
  • Kampvuurnummers verzamelen
  • Lamp bij latrines aansteken en doven
  • Gevonden voorwerpen verzamelen
  • Boodschappen voor de staf verrichten
  • Spelmateriaal verzorgen en opbergen
  • Zorgen voor eten en drinken
  • Vaste gongslagen geven
  • 1 slag – attentie
  • 2 slagen – alle P.L.’s verzamelen
  • 3 slagen – verzamelen voor het eten
  • Reeks dubbele slagen – SNEL verzamelen bij de vlaggenmast

Vilsteren werd bezocht met de auto. Naast een boerderij mochten de verkenners hun kamp opslaan.

In april 1957 zijn de verkenners op kamp geweest naar Overasselt. Ze noemden het het Woudloperskamp. Ook is Mook in deze zomer aangedaan.

In de zomer van 1958 waren de verkenners in Heeze.

Op 5 mei 1959 was het zover. De eerste groep Rowans werd geïnstalleerd bij Don Bosco. Dit waren Piet Hilhorst, Koos van Leeuwen, Michiel van Dijk, Leo Schalkx, Jan Schalkx, Dik van de Heuvel en P. Tolboom. Hopman Mulder werd de hopman van de Rowans, later ook Chef genoemd. Vanaf 28 oktober 1958 is in eens schriftje keurig bijgehouden wanneer er opkomst was en wat er gebeurd is. Wat opvalt is, dat er geen vaste dag leek te zijn voor de opkomsten.

De Rowans waren van 2 tot en met 16 augustus 1959 op kamp en trokken op de fiets door Nederland en België.

27-5-’54 Verslag van donderdag

’s Woensdag hadden we geen troep, omdat we Donderdags, het was Hemelvaart, zouden gaan dauwtrappen. Om ’s morgens 5 uur zouden we vertrekken. Ons doel was St. Jan op Soesterberg waar we om 7 uur de Mis zouden bijwonen. Na de Mis hebben we thee gezet en lekker gegeten.

Hierna hadden we vrij. ’n Paar gingen er voetballen en de hopman en nog ’n paar jongens gingen het bos in. Eventjes later werd er geroepen: “’n Kraan, ’n kraan”, waar we met zijn allen opaf stoven. Daarna gingen we met zijn allen voetballen waarbij Jan Onwezen nog ’n bloeduitstorting opliep. Toen, om 10 uur, gingen we huis. Voordat we weg gingen hebben we ook nog ontmoet. Onderweg verdwaalden we nog een beetje in de bossen. De hopman tracteerde ons allemaal op ’n ijsje. Doodmoe maar voldaan kwamen we allemaal thuis. Paul Dijkman

1955 Zomerkamp naar Mook

Donderdag 4 augustus

Deze dag hebben we lekker uitgeslapen. Dat kwam doordat er geen H. Mis was. We hebben deze laatste dag van ons kamp doorgebracht door alles af te breken.

Om 12 uur hebben we bij de boer gegeten.

Om half twee vertrokken we op huis aan. Ik vond de tocht naar het kamp lichter, dan de tocht naar huis op de fiets.

Verslag van de patrouille buitendag op 15 mei 1956

Om 7.30 waren we allen op het Buiten Centrum op de Bosstraat aanwezig. Er werd direct aangevangen met de keuken maken. Toen dit gebeurd was werd er thee gezet en gegeten. Onder het eten vertelde een van de jongens dat hij een houtduivennest wist te vinden. Na het eten zijn we er naar toe gewandeld, maar het was jammergenoeg onbewoond. Op ons kampterrein teruggekomen spanden we een touw tussen twee wijd uitstaande bomen. We enterden toen van boom tot boom. Daar het touw tamelijk hoog gespannen was, werd het een beetje waaghalzerij.

Om precies half twaalf gingen we het eten klaarmaken. Piet was stoker en Dirk kok. Toen hij het teken had gegeven dat het eten klaar was, stormden we erop los. Na het eten hebben we nog verschillende keren het touw gebruikt en getraind. Er werden nog verschillende eisen afgetekend, zoals spoorvolgen, stoken en koken, bomenkennis. Allemaal eisen waar we nu de tijd voor hadden. Om half vijf werd alles opgeruimd en daarna naar het troeplokaal gebracht. Het was een prachtige dag geweest.

1956 Zomerkamp naar Vilsteren

Zaterdag 22 juli

We vertrokken in groepjes per auto naar Vilsteren. Hier begonnen de eerst aangekomen de staftenten op te zetten.

Om 6 uur moesten we de strozakken gaan vullen bij boerderij Borrink, waar gedurende het kamp de melk en de eieren ook gehaald werden. Omstreeks half acht werd er geopend. Daarna werd er gezamenlijk gegeten. Na het eten werd de Hudo gemaakt en de mistent opgezet. Tegen 10 uur was het stilte. Het kamp was begonnen.

Maandag 24 juli                                                dienstpatrouille: Koekoeken

Om 6.30 stonden we op. De motregen die naar beneden kwam hield snel op.

Na het openen kwamen de aalmoezenier en de welpen aan. Om elf uur kregen we een H. Mis. Hierna werd de brug afgepionierd. Om 2.00 aten we: aardappelen, bloemkool, jus. ’s Middags werd er hard aan de toren gewerkt. ’s Avonds aten we om half zes; waarna we weer gingen zwemmen. Om negen uur was het stilte.

Vilsteren 1956

Staand achteraan:

K. van Leeuwen, D. van de Wardt, J. Bunck, H. Hendrikse, J. van de Brink, A. van de Wardt, A. Kortekaas, M. van Dijk, P. Tolboom, L. Suurbier

Staand vooraan:

J. Schalkx, D. van de Heuvel, Van de Wardt, B. Suurbier, C. Dorrestijn, K. Schothorst, P. Hilhorst

Zittend:

P. Dijkman, B. Niehoff, K. Hilhorst, Aalmoezienier Kuypers, Hopman Mulder, J. Boers